Bouillabaisse

Bouillabaisse

De dochters hadden hun zinnen gezet op een nieuwe poes. Bij de laatste verhuizing had een van onze twee katten gekozen voor een leven bij de buren. De meisjes, voor de eerste keer in hun leven verlaten door een man, huilden dikke tranen, maar zelf begreep ik Sjefke wel. Vaak verschanste onze pluizige rode kater met de onnozele oogopslag zich op zolder om zo uit het bereik van graaiende kinderhandjes te blijven, maar ook daar was ie niet veilig. Wanneer ze ‘m te pakken kregen, moest ie in de poppenwagen of lopen aan een touw. De meiden experimenteerden een tijdje met het maken van kattenkleding en dan liep Sjefke lijdzaam in een verknipt hello kitty T-shirt. Schichtig bewoog hij door het huis. Je zag de schaamte in z’n ogen.

Heel begrijpelijk dus dat ie bij de verhuizing zijn kans schoon zag en de kuierlatten nam. Ik zag meteen kansen voor het leren van een belangrijke levensles. “Liefhebben is ook iemand de ruimte geven, jongens, dus als Sjefke gelukkiger is bij de buurvrouw, dan gaan wij ‘m geen strobreed in de weg leggen, toch?” In de woonkamer van de buurvrouw, waar Sjefke zich schuilhield onder de eettafel, namen we huilend en iets wat onbevredigend (want aailoos) afscheid. In de dagen erna werden er driftig poezenfoto’s uitgewisseld tussen de voormalige buurvrouw en een van de dochters. Van een tevreden Sjefke bij de etensbak, spelend in de tuin met de andere poes of notabene liggend op een warme schoot. Dit tot grote verontwaardiging van de dochters, want dat deed ie bij ons nooit. Echt. Nooit. Hoe kan dat nou toch? Een hele reeks exemplarische verhalen van verlaten vrouwen in mijn kennissenkring schoot door mijn hoofd, afgewisseld met columns van Corinne Koole, maar ik kreeg het niet over mijn hart de harde waarheid met ze te delen: dat wij dus blijkbaar niet de ware waren. Ik haalde mijn schouders op en zei dat het vast aan het voer moest liggen. Dat begrepen de dochters, zelf hebben ze ook liever elke dag kroket met appelmoes en als het even kon zouden ze bij vriendin B gaan wonen, die door de dochters is omgedoopt tot koningin van het snoep.

ik kreeg het niet over mijn hart de harde waarheid met ze te delen: dat wij dus blijkbaar niet de ware waren

Om de pijn en de vernedering van deze brute verlating te verzachten, moest er dus een nieuwe kitten komen al zeiden we tegen elkaar dat dit was om Knut, onze achtergebleven poes gezelschap te houden. Op de huisapp vlogen de zielige asieldieren ons om de oren en er begon een diep gezinsverlangen te ontstaan naar zorgen voor zo’n hummel. En toen plots was daar, bij ons om de hoek, een nest met zes pikzwarte kittens waarvan er één nog geen bestemming had gekregen. De man protesteerde nog even voor de vorm, maar was, na een charmeoffensief en vele beloftes over het verschonen van de kattenbak, om.

We gingen haar op een dinsdagavond halen met zo’n poezenmandje. De vriendelijke Vlaming die ons de kat overhandigde vertelde ons dat ze de drukste uit het nest was en “voor de duvel niet bang”. Ik belde De man, die avonddienst had, om te vertellen dat ze er was en om grappen te maken over poezen met ADHD en deze match met hyperactieve dochters. Een oplettende lezer voelt nu dat we afstevenen op een ervaring die dit alles in perspectief zet. Dat klopt.

De kitten, Sproet genoemd door de dochters (inderdaad Sproet en Knut (spreek uit Knoet). Hilarisch), was inderdaad erg ondernemend en vrijpostig en bewoog zich al snel door het hele huis, achtervolgd door kirrende dochters. Ze verjoeg binnen enkele minuten Knut naar de boven verdieping en maakte de eerste nacht al niet te herstellen schade aan de bank. Een bank waaraan ik enorm gehecht ben, omdat deze symbool staat voor ons nieuwe leven hier. De kleine snoes had ook een enorme schare jonge bewonderaars uit de wijk die voortdurend door ons huis liepen met hun vieze schoenen en plakkerige handjes.

We hadden gehoopt dat Knut, Sproet liefdevol zou opnemen. Warme moedersgevoelens zouden haar overstromen zodra ze de kleine zag en ze zou haar rol als wijze tante met veel liefde en speelsheid vervullen. Dat liep anders. Elke dag waren er zenuwslopende schermutselingen. En vanuit een invoelbaar protest tegen deze kleine indringer en het verraad dat wij haar hadden aangedaan, begon Knut haar behoeftes te doen in de was. Het liefst de schone. We besloten dat Sproet eerst moest wennen op de kamer van een van de dochters zodat Knut zich weer veilig kon voelen in haar eigen territorium. Het gevolg was avonden lang keet met de poes op de kamer en dochters die nog zaten te suffen aan de ontbijttafel. Katterig van het tekort aan slaap. “Waar zijn we aan begonnen?’ verzucht ik s avonds tegen De man wanneer ik voor de zoveelste keer de drollen uit de wasmand sta te scheppen, terwijl de kitten in mijn nieuwe, peperdure want in een hippe plantenwinkel gekochte, monstrera hangt en de bladeren opvreet. “We moeten haar Bouillabaisse noemen”.

Ooit was ik namelijk op weg naar een bruiloft toen ik gebeld werd door vriendin A. Huilend. Ze stond met 30 liter Bouillabaisse, bedoeld voor het buffet van deze bruiloft, aan de kant van de weg. Te laat voor alles. We zouden allemaal iets meenemen voor de bruiloft - ikzelf had een eenvoudige tomatentaart gebakken - maar A. had met haar grote hart de boel schromelijk overdreven en er 30 liter vissoep uitgeperst die natuurlijk veel te laat klaar was. De ceremonie miste ze. Toen ze er uiteindelijk net op tijd voor het buffet was en we lepels hadden geregeld bij het hotel ernaast, kon ze er voorzichtig weer om lachen. Bouillabaisse werd ons codewoord voor situaties waar je in beginsel vol enthousiasme aan begint, maar die uiteindelijk veel te groot voor je kleine bordje blijken te zijn. En Bouillabaisse rijmt heel passend op Malaise. Ellende op z’n Frans. Een passende naam dus voor deze razende Roelien.

En Bouillabaisse rijmt heel passend op Malaise. Ellende op z’n Frans.

Bouillabaisse wordt inmiddels door de dochters Miss Trouble genoemd, maar ik houd stug vast aan vissoep. Niet omdat ik zo gehecht ben aan die naam, nee omdat het me herinnert aan het feit dat ik, hoezeer ik er ook om kan vloeken, dol ben op Bouillabaisse en mensen die dat aan hun kont hebben hangen. Kijk, ons kleine loeder blijkt niet alleen een imponerende vorm van katten-adhd te hebben, ze heeft ook nog eens een groeistoornis. Ze is piepklein en iedereen die haar ziet is meteen dol op haar. Dat ze een spoor van vernieling achterlaat, we allemaal onder de krabben en beten zitten en dat geen plant het overleeft, het valt allemaal weg als ze moegesloopt op onze schoot in slaap valt of we vertederd toekijken hoe ze zich vermaakt met een vanilleboon.

Bouillabaisse herinnert me aan de gloedvolle imperfectie van een vol enthousiast leven. Van ja zeggen tegen het onbekende, van te veel hooi op je vork en te veel verplichtingen aan de mensen die je om je heen hebt verzameld. En aan liefde. Zoveel veeleisende niet-te-willen-missen liefde.


Andere blogs: